Verhaal 8, Bolivia & Peru

25 juni 2014 - Cusco, Peru

De 4 daagse tocht naar de beroemde zoutvlaktes van Bolivia, Salar de Uyuni, ging eindelijk van start. We werden opgehaald in een 4x4, samen met 2 Franse dames, de chauffeur en een Boliviaanse kokkin met creatieve vlechten en een authentieke outfit, dat belooft wat.
Een schitterende rit door de bergen met de afgrond vlak naast de weg, enigszins zenuwslopend aangezien de chauffeur dacht dat het een Formule 1 wedstrijd was.
Maar we wonnen wel van alle andere chauffeurs.
We begonnen al snel te klimmen naar grote hoogtes, de chauffeur en de kokkin waren al vroeg gestart met het kauwen op de coca bladeren. Het zekere voor het onzekere genomen en toch ook maar begonnen. Alsof je op een baal hooi aan het kauwen bent, heerlijk. Maar we wilden niet de hoogteziekte krijgen dus dan maar even slikken. En eerlijk gezegd werd de smaak steeds beter naarmate je eraan begon te wennen.
We reden langs kale vlaktes met lama’s. Oneindige uitzichten met ontelbare bergen. Naarmate we hoger klommen waren de kleine riviertjes bevroren. En de zonsondergang, wat een dag. Maar de nacht zou snel beginnen. Het werd met de minuut kouder. Gelukkig hadden we een mooie alpaca trui en handschoenen aangeschaft. Want die zouden we nodig hebben. Eenmaal aangekomen in ons ‘hostel’ werd de maaltijd voorbereid. Drie local kinderen gingen met de pamfluit aan de gang en probeerden een liedje voor ons te spelen. Enigszins hysterisch klonk het maar schattig was het wel. Dus gooiden we wat Bolivianos (geld) naar de kindjes onder het mom dat ze daar schoolspullen voor gingen kopen. Aangezien er geen bioscoop of snoepwinkel in de verste verte te vinden was klonk het nog geloofwaardig ook.
Met handschoenen aan de maaltijd verorberd en op naar bed. De wekker stond weer vroeg. Gelukkig hadden we een slaapzak gehuurd, en samen met de 3 dekbedden was het nog enigszins uit te houden ‘s nachts. Maar hopen dat je niet naar de wc moest.
De volgende dag vervolgde onze tocht. Grotere hoogtes, meer kou, maar dat mocht de pret niet drukken. Totdat we door het ijs zakten en vast zaten. Gelukkig na 2 uur hanissen, opkrikken van de auto en rotsen onder de banden graven konden we de auto uit het ijs trekken. Twee auto’s voor onze auto gebonden en vol gas de weg weer op.
Schitterende bergen besneeuwd en allemaal anders qua kleur. En dan lunchen bij Laguna Verde (the Green Lake). Die helemaal niet groen was, in eerste instantie, maar door de zon en de reactie van de chemicalien werd deze groen.
Na de lunch verder naar de Hot Springs!!! Daar hadden we zin in. Even weer opwarmen. En oh boy oh boy wat was dat lekker.
Na de hotsprings via een geothermisch gebied met geisers (mooi, ja heel mooi, maar wie stinkt er zo naar ei?) naar de Red Lake waar flamingo’s ons zouden opwachten voor een fotoshoot. Wederom geweldig (als je even de doodgevroren flamingo’s wegdenkt). Wat een kleuren en voor het eerst flamingo’s in het wild!!!
De nacht was wederom heerlijk frisjes, zo fris dat de volgende morgen onze kokkin Cecilia ijsklompjes in haar vlechten had, no kidding.
Ik kan het wel dag voor dag beschrijven maar bottomline, de weg naar Salar de Uyuni was geweldig mooi. Hoe mooi moet die zoutvlakte wel niet zijn als iedereen daarvoor komt.
‘s Avonds in het volgende hutje op een hoogte van ongeveer 5000meter gevoetbald met wat kleine kinderen. Hilarisch en uitputtend, want na elke sprint ben je weer op zoek naar je adem. Maar het was het waard. De nacht gespendeerd in een zouthotel, je raadt het al, compleet gemaakt van zout. Toch moest ik het even checken, maar het klopt. De muren zijn van zout.
De volgende morgen vroeg op weg naar Salar de Uyuni, het was eindelijk zo ver. Voor zonsopgang de auto in en door het pikke donker over de vlakte. Dan komt eindelijk de zon door en zie je de uitgestrekte zoutvlakte, wat een gezicht. Geweldig, zeker na 3 dagen van weinig slaap, kou, hoogte. Wat een beloning.
Uiteraard moet iedereen dan eventjes de beroemde gekke foto’s maken. Alles bij elkaar een highlight. Al moet ik zeggen dat ik misschien nog wel meer onder de indruk was van de rit naar de zoutvlakte toe dan de zoutvlakte zelf. Maar dat zal misschien wel komen omdat je weer een bepaalde verwachting hebt van iets. Top in ieder geval.
Maar we vonden dat we nu wel toe waren aan een paar dagen relaxen in Sucre. Dus direct de bus gepakt naar Potosi en vanaf Potosi een 3 uur durend taxi ritje naar Sucre. Easy zou je zeggen. Maar dit was weer een ervaring die je liever niet had meegemaakt. De tocht naar Sucre was door de bergen, een weg die soms wel en soms niet verlicht was (meestal niet). De afgrond was wederom steil. En zo bleek de taxi chauffeur of dronken of compleet gek te zijn. Een van de eerste bochten door de bergen haalde onze chauffeur niet waardoor we op de andere weghelft belanden. Gelukkig kwam er niemand in tegengestelde richting aan anders was het klaar geweest. Vervolgens bij elke bocht met volle snelheid (en de clif in zicht) op het laatste moment trekkend aan zijn stuur de bocht door. “Tranquilo senior, tranquilo!!!” “Si, si!” Mooi niet, nog een aantal keer uit de bocht, meerdere keren recht op een vrachtwagen af, bijna iemand aangereden die op de snelweg liep, een bus die (in het pikke donker) geparkeerd stond op de snelweg net aan ontweken. Zweet in de bilnaad voor 3 uur, zelfs de Boliviaanse vrouw die voorin zat met haar kindje keek angstig uit haar ogen. Maar geen andere optie dan toch maar te blijven zitten. Want je wilt niet in het pikke donker, in de vrieskou in het midden van de bergen uitstappen. Wat een avontuur maar de volgende keer zouden we een blaastest inlassen.
In Sucre, een gezellig stadje, een paar dagen gerelaxed. Niet veel uitgespookt. Gevierd dat we nog leven en de rest van de reis een beetje gepland. Na Sucre was de planning om in Potosi, voorheen een van de rijkste steden ter wereld totdat de Spanjaarden al het zilver innamen, de zilvermijnen te gaan bezoeken. Maar na een film over deze mijnen te hebben gezien besloten we dat we dat niet wilden. Blijkbaar werken daar heel veel kinderen vanaf een leeftijd van 12 onder erbarmelijke omstandigheden. En ik voelde me niet geroepen om daar de rijke toerist uit te hangen en te kijken hoe ze zo hard aan het werk waren. Je gaat tenslotte ook niet naar China om daar in de fabrieken foto’s te nemen van de kinderarbeid. Dus onze reis ging direct van Sucre naar La Paz met de nachtbus.
Door stakingen in Potosi en Uyuni moesten we helaas 5 uur omrijden. Maar ook dat schijnt normaal te zijn voor Boliviaanse begrippen. Alsof we 10 uur off road gingen met de bus. Je werd alle kanten op geschud waardoor slapen redelijk kansloos was. Gelukkig duurde de busrit maar 15 uur, je raakt eraan gewend.
La Paz, wederom op grote hoogte, 3600meter, was erg gezellig. Veel souvenirs winkeltjes, heksenwinkels waar ze dode lama lijkjes en foetussen verkopen, je kent het wel. Schijnbaar brengt het geluk als je die verbrand en de as begraaft op de plek waar je je huis gaat bouwen. Waarom niet!! Maar gelukkig zijn het geen lama’s die ze speciaal daarvoor offeren. Er worden heel veel lama’s dood geboren en die worden gebruikt. Zowel de uitgepoepte foetussen als de doodgeboren lama baby’s. Prima, moet je doen.
Door de hoogte in La Paz en de enorm steile straatjes was het elke keer weer een opgave om ergens naartoe te gaan. Hijgend en puffend als twee hoogzwangere sjokten we door La Paz.
Om toch weer even wat spanning aan onze reis toe te voegen besloten we de Death Road te gaan mountainbiken. Klinkt goed he! In 1995 uitgeroepen tot ‘s werelds meest gevaarlijke weg, met diverse herdenkings kruizen langs het pad, een kleine 300 verkeersdoden per jaar, jaiks.
De weg wordt niet meer gebruikt door normaal verkeer maar is door het gevaar en het uitzicht een toeristisch trekpleister voor mountainbike liefhebbers. 65km down hill met een maximale snelheid van rond de 70km/uur…OP EEN MOUNTAINBIKE. Dat moet ik zien. Toch gezien de statistieken, 25000 mensen per jaar en gemiddeld 1 dode, daar kunnen we het voor doen. Zelfs met mijn gevoel voor ongelukken en ziekenhuisbezoeken. En wat een adrenaline kick was dat zeg. Het eerste stuk begon op de nieuwe snelweg om aan de fietsen te wennen. Volle bak naar beneden maar nog geen afgrond naast je. Vervolgens eindelijk op de Death Road. Een pad bezaaid met steentjes, zand en hier en daar een gat. Verstand op nul en proberen de voorste gids bij te houden. Gelukt, samen beneden aangekomen met de gids, die af en toe schrok toen hij iemand slippend de bocht door hoorde gaan dicht achter hem (dat was ik). Hij dacht in zijn eentje naar beneden te gaan en de rest op te wachten. Wat een ervaring, als ik geen baan vind dan ga ik terug en word ik tourguide op de Death Road.
Even genoeg spanning gehad in Bolivia en op naar de laatste stop, Copacabana. Klinkt al goed en dat was het ook. Met de bus nog eerst op een krakkemikkig drijvend houten bootje aangedreven door een veels te klein motortje. En zo waggelend over het water op naar Copacabana liggend aan het Titicacameer. ‘s Werelds hoogts gelegen navigeerbaar meer (beetje een rare titel maar het is het grootste meer in Zuid Amerika in ieder geval).
Vanaf hier kan je een dagtour maken naar Isla del Sol (het zonne eiland). Op dit eiland hebben we een hiking gedaan naar een schitterend uitzichtpunt. Een mooi eiland waar je prima een dag kan besteden.
Dat was alweer Bolivia, een van mijn favoriete landen tot dusver. Erg mooi en de mensen zijn ontzettend relax en vriendelijk. De prijzen zijn uiteraard ook een prettige bijkomstigheid. Alles is zo goedkoop hier. En dat terwijl het vroeger een van de rijkste steden ter wereld, Potosi, voordat de Spanjaarden het confisceerden. Een dikke aanrader. En nu op naar Peru, waar iedereen altijd zo vol lof over praat. Ben benieuwd.
De eerste stop in Peru was Arequipa, de witte stad. Een stad zoals zovelen in Zuid Amerika. Met een plaza in het centrum en een kathedraal. Leuk maar geen highlight.
Wel hebben we de eerste wedstrijd van Nederland hier gekeken. Wat een feest. Bij gebrek aan oranje kleding snel een oranje stropdas gekocht. Ze moeten wel weten dat we voor Holanda zijn!!! Aangezien de Spanjaarden in dit gedeelte van Zuid-Amerika niet heel hoog staan, veroveringen, plunderingen, uitroeiing van de Inca’s door het meebrengen van besmettelijke Westerse ziektes, waren we niet de enige die aan het juichen waren.
Vanuit Arequipa nog een dag Wild Water Rafting geboekt. Super gave ervaring. Dat smaakte naar meer. Dus misschien gaan we in Cusco een 3 daagse raft tour boeken.
In Arequipa nog een locale lekkernij gegeten, gebakken of gefrituurde cavia. Compleet met snorharen en tanden op je bordje. Niet vies maar zoals je misschien weet zijn cavia’s niet echt groot en was het vrij lastig om je buikje rond te eten. Alles wegspoelen met het plaatselijke drankje, Pisco Sour. Een heerlijke cocktail die het verdient om wereldwijd op de cocktail lijst te staan.
Maar dan ging toch onze tocht verder naar Cusco waar we veel van plan waren. Allereerst een crossmotor gehuurd, Rinske op de Quad, en een mooie offroad tocht naar Moray, een Inca moestuin. Super mooi en ingenieus. Bestaande uit cirkels op diverse hoogtes waardoor op elke laag een andere temperatuur is voor de bestemde groente. Die inca’s waren zo gek nog niet. Vervolgens door naar zoutvlaktes / terrassen. Ook super mooi en een bonus wat we niet verwacht hadden. De motortocht was een ervaring op zich. Heb altijd al een verborgen droom gehad om aan motorcross te doen. En door deze ervaring zit ik er alleen maar meer aan te denken. Wie weet hang ik mijn rackets in de wilgen en ga ik zoiets doen.
Maar dan moesten we er toch aan geloven, waarvoor we naar Peru zijn gekomen. MACHU PICCHU. Een Inca dorp in de bergen gebouwd verborgen voor de Spaanse verovering. Ze weten niet veel van de geschiedenis aangezien de Inca’s geen geschrift hadden. Slechts wat knopen in touwen en kleuren om te communiceren. Maar verlaten nadat de Spanjaarden de Inca’s hadden verslagen.
Een 5 daagse wandeltocht door de bergen genaamd de Salkantay Track was onze route:
Dag 1, 03:00uur de wekker, 8 uur lopen.
Dag 2, 05:30uur de wekker, 10 uur lopen, hoogte tot 4700meter.
Dag 3, 05:30uur de wekker, 8 uur lopen.
Dag 4, 06:00uur de wekker (uitslapen), 6 uur lopen.
Dag 5, 04:00uur de wekker, MACHU PICCHU en Machu Picchu Mountain

Met een groep van 15 man begonnen we aan de track. Diverse mensen, diverse levels of fitness. Dus we waren blij dat we niet bij de groep hoefden te blijven. We waren, samen met Luc de Machine (een franse jongen van 23 die oneindige conditie had) en Martin ze German, de voorhoede van de groep. Een lekker tempo. Maar na dag 1 hadden we al in de gaten dat het een zware tocht zou worden. 8 uur lopen is niet niks. En dan met de zwaarste dag, dag 2, in het vooruitzicht hadden we onze twijfels of we er goed aan hadden gedaan om deze tocht te boeken.
‘s Avonds stonden onze tenten al klaar en kregen we, voordat het avondeten begon, popcorn met coca thee. Heerlijk met deze kou. Het avondeten was prima, maar iedereen was vooral klaar om naar bed te gaan. De dag was al begonnen om 3 uur ‘s ochtends.
Het bleek een ijskoude nacht te zijn maar gelukkig hadden we donzen slaapzakjes gehuurd. Wat vooral afzien was waren de flinterdunne matjes. We hadden beter op een servetje kunnen liggen. Maargoed, we hadden ook niet de duurste tour geboekt. Ipv €550-800 hadden wij de tour voor €175. We zeuren dan ook niet.
De dag begon weer heerlijk vroeg, met een 4 uur durende klim tot 4700meter in het vooruitzicht met als vervolg een 6-7 uur durende afdaling. LEKKERRRRRR. Van de 15 mensen huurden 10 mensen een paard / muilezel om de klim tot 4700meter niet te hoeven lopen en zo blessures etc te vermijden aangezien er nog 3 dagen aan kwamen.
Dus het waren ik, Luc de Machine, ze German Martin, Cyrus de Amerikaan en zowaar een meisje Michelle die de klim gingen proberen. Het begin viel mee. We waren ook nog niet zo hoog. Maar na een uurtje begon de klim steiler te worden en begon de hoogte mijn zuurstof weg te nemen waardoor je na elke stap als een bezetene aan het hijgen was. Elke overbrugde meter was er 1. En zo moest je het ook doen. Luc, die al een maand of twee in Cusco was en ook dus enigszins aan de hoogte gewend was, liep alsof het hem niet deerde. Hij was ook erg fit. Maar ik probeerde hem toch bij te houden. Met slechts 2 minuten achterstand toch een mooie tweede plek bovenaan de berg, de Salkantay Pass. En wat een uitzicht. Een besneeuwde berg van meer dan 6000meter reikte boven ons uit. Geweldig, en nu nog maar 6 uur te gaan ☹ naar het kamp. En dalen is niet mijn favoriete manier van lopen, slecht voor je knieen, hamstrings. Losse stenen werkten ook niet mee. Maargoed, wat een dag, geweldige uitzichten, prachtige dalen, bergen, riviertjes. Het was de uitputting waard.
Dag 3 en 4 waren een stuk rustiger, we waren een flink stuk gedaald en kwamen in de jungle uit. Wat ten goede kwam aan de temperatuur. Even bijbruinen tijdens het lopen.
Aan het einde van dag 3 was de verrassing een heerlijke middag in Hot Springs. Alle ranzigheid van je af wassen. En je spiertjes laten weken in de warme baden. En aangezien we er toch bijna waren vond ik dat we een lekker biertje verdiend hadden.
‘s Avonds een kampvuurtje (met nog een paar biertjes) want de vierde dag konden we uitslapen tot 6 uur. Aangezien we al 3 dagen tussen 3 en 6 waren opgestaan was ik al rond 5 uur wakker. Dan heb je tenminste wat aan je dag.
De hele groep ging op dag 4 ziplinen maar aangezien wij dat al in Laos gedaan hadden en het slechte geregel van het zipline bedrijf wilden wij de rest van de track gaan lopen. Daar kwamen we tenslotte voor. Helemaal gesloopt kwamen we aan in Agua Calientes, het dorpje waarvandaan je naar Machu Picchu loopt. Stijve spieren, vermoeidheid. Maar gelukkig nog maar 1 dag te gaan.
De 5de dag begon vroeg, rond 4 uur. Wel heerlijk in een echt bed geslapen en een warme douche gehad. Dus we waren enigszins fris. De tocht omhoog naar Machu Picchu was een uurtje. Maar dan wel een uurtjes super steil met alleen maar tredes. Dus samen met een horde toeristen kwamen we boven aan bezweet en wel. Eindelijk bij de ingang, nog voor zonsopgang.
Eenmaal door de ingang via een dikke lijn toeristen zagen we het eindelijk. Wat een schitterend gezicht. Wat een dorp. Wat een historie. Geweldig. Na een bekrompen en slechte tour en een half verhaal van onze gids konden we eindelijk zelf op ontdekking. Geweldig gebied om te zijn.
We hadden nog 1 berg te beklimmen, Machu Picchu mountain, een berg met een schitterend uitzicht over Machu Picchu. Kapot als we waren konden we dit toch niet laten. Anderhalf uur beklimmen van tredes. HE LE MAAL gesloopt, iedereen op deze track had het niet meer. Maar een uitzicht om niet te vergeten. Wat een avontuur. Wat een ervaring. Meer dan waard.
‘s Avonds had ik een massage verdiend. En daarna, wijn, cocktails en heerlijk eten samen met Madelyn (van onze groep) en Kevin (haar vriend).
Het einde is al in zicht. Nog enkele leuke activiteiten in Peru en dan naar Amerika. Het gaat snel, maar nog genoeg te genieten.

Foto’s

1 Reactie

  1. Jur:
    26 juni 2014
    Hahahaha ze German! En neeeeee we gaan die rackets niet opbergen Leonnnn... Wat een verhaal weer. We hebben aardig wat stories uit te wisselen als je terugkomt. Happy travels en stay safe die laatste weken!